Overijssel
Overijssel ( uitspraak (info / uitleg); Nedersaksisch: Oaveriessel) is een provincie in het oosten van Nederland. De rivier de IJssel vormt in het zuidwesten grotendeels de natuurlijke grens met Gelderland. Overijssel grenst in het noorden aan Drenthe, in het noordoosten aan Nedersaksen, in het zuidoosten aan Noordrijn-Westfalen, in het zuiden en zuidwesten aan de provincie Gelderland, in het uiterste westen aan Flevoland en in het noordwesten aan Friesland. De stad met de meeste inwoners is Enschede. De hoofdstad van Overijssel is Zwolle. De dialecten die in deze provincie worden gesproken, vallen onder het Nedersaksisch.
De provincie bestaat uit een met riviertjes en beken doorsneden zandgrondgebied, behalve in het noordwesten, waar polders en meertjes overheersen. Overijssel bestaat uit drie landstreken: Land van Vollenhove, Salland en Twente.[2]
Het noordwestelijke deel van de provincie is ligt deels onder het NAP terwijl verder naar het oosten hoger gelegen heuvels liggen met als hoogste punt de Tankenberg op 85 meter boven NAP.
Er liggen twee nationale parken in de provincie: Nationaal Park Weerribben-Wieden in de Kop van Overijssel en Nationaal Park Sallandse Heuvelrug op de grens van Salland en Twente.
In Overijssel liggen onder andere de volgende grotere steden: Almelo, Deventer, Enschede, Hengelo, Kampen, Oldenzaal en Zwolle.
Overijssel wordt gekenmerkt door een sterke concentratie van Hanzesteden. Zwolle, Kampen, Hasselt, Deventer, Ommen en Oldenzaal worden als Hanzestad vernoemd in het Hanzeverbond.
Zwolle is de hoofdstad van Overijssel. Enschede is de grootste stad. Hengelo is de enige stad die vroeger geen stadsrechten had.
Belangrijke rivieren: IJssel, Zwarte Water, Overijsselse Vecht, Dinkel, Regge en Reest.
Belangrijke kanalen: Twentekanaal (Zutphen-Enschede en zijtak naar Almelo), Overijssels Kanaal, Kanaal Almelo-De Haandrik, Kanaal Almelo-Nordhorn (buiten gebruik) en de Dedemsvaart (grotendeels gedempt).